In het hoofdstuk 'de val' vertelde ik jullie dat we allemaal gevallen zijn. Allemaal hebben we gezondigd, niemand is goed, zelfs niet één. En dat het loon van de zonde, de dood is. We hadden dus allemaal een probleem dat we zelf niet konden oplossen. Het is belangrijk om dit in te zien, omdat de eerste stap terug naar God bestaat uit Berouw.
Daarna lazen we in het hoofdstuk 'reddingsactie' dat God Jezus stuurde om ons te redden. Weet je nog wat we ook alweer moeten doen om gered te worden? Juist: Geloof! Dat is de tweede stap.
En dan zegt Jezus: Wie gelooft laat zich Dopen. Dat is de derde stap. Daar gaan we het vandaag over hebben.
Hoewel de bijbel heel stellig is dát je je moet laten dopen, vertelt het weinig over de betekenis van dit ritueel. Laten we er even over nadenken. Ik had vroeger, tijdens mijn wiskunde opleiding, een leraar die ons leerde dat als je iets even niet ziet, je het heel groot of heel klein moet maken. Wij gaan het klein maken. Stel je even voor een baby die door haar moeder in bad gestopt wordt. Waarom stopt ze die kleine in bad? Juist, om het schoon te maken! Je laat je dus dopen om je schoon te laten maken door onze Vader. Dit is een metafoor (een beeld): God maakt niet je lichaam schoon, maar je ziel. En niet van modder en viezigheid, maar van zonde; alles wat je verkeerd gedaan hebt en nog verkeerd gaat doen.
Petrus heeft ook een beeld. In 1 Petrus 3:21 schrijft hij 'De zondvloed is het tegenbeeld van de doop'. Hij bedoeld dit:
Zondvloed: De aarde werd gereinigd; Zij die in God geloofden en in de ark stapte werden gered.
Doop: Jij wordt gereinigd; Ieder die in Jezus gelooft en zich laat dopen wordt gered op de dag van het oordeel.
Paulus laat ons weten dat een kind van gelovige ouders rein is, het is als het ware gedoopt in hun doop. Echter, op een dag maak je je los van je vader en moeder en hang je je man of vrouw aan. Dan start je je eigen leven en dan zal je ook moeten kiezen; met God of zonder God? En wie gelooft, laat zich dopen. Jullie kunnen er dus nog even rustig over nadenken!
Onze kerk vindt het fijn om van elke doop een uitgebreide dienst te maken, met het liefst een getuigenis van de dopeling. En daar is niks mis mee. Maar het Woord leert ons dat dat niet de enige manier is. Denk bijvoorbeeld eens aan de eerste pinksterdag, toen de Heilige Geest in de wereld kwam als vlammetjes. Er werden toen 3000 mensen gedoopt. Daar maakten ze geen uitgebreide dienst van, mensen stonden gewoon in de rij. En denk aan het verhaal van Filippus; de kamerling vroeg wat erop tegen was hem te dopen. "Als je met heel je hart gelooft; helemaal niks!" en Filippus doopte hem in het dichtstbijzijnde water dat ze konden vinden, met verder niemand erbij. De vorm en plek is dus niet zo belangrijk. Doe wat bij je past!