Ik ga in deze studie het mensenleven even in drie fases indelen:
Fase 1: Eerst was daar Gods liefde;
Fase 2: Toen ging jij geloven en een nieuwe, eeuwige schepping werd geboren;
Fase 3: Een nieuw gebod geef Ik u: Heb elkaar lief.
Lezen: Romeinen 5:8
Paulus legt ons hier uit dat God jou eerst liefhad, nog voor jouw bekering. (Hier moet even opgemerkt worden dat er ook mensen zijn die God altijd lief hebben gehad, voor hen geldt dit dan dus niet, maar als jij zo iemand bent, misschien kan je toch proberen mee te denken.) En waar kwam die liefde sterker uit dan bij zijn sterven.
Ik neem je mee, trrug in de tijd: Zo'n 2000 jaar.
Jezus was door Pilatus voorgeleid op het dakterras en voor hen stond een woedende menigte te roepen: Kruisig Hem! Ik stel me zo voor dat Jezus boven de menigte uit keek en terug moest denken aan gisteravond, toen ze Hem kwamen arresteren. Petrus had van een het oor afgeslagen met zijn zwaard. Jezus legde zijn arm om Petrus schouders, draaide hem een stukje van het arrestatieteam af en zei: "Petrus, doe je zwaard maar weg, want er staan 12 legioenen engelen voor Mij klaar, Ik hoef maar één woord te spreken en deze mensen worden allemaal weggevaagd."
Zo vaak als ik dat stuk lees moet ik aan dat verhaal van Elisa denken. Elisa stond met zijn knecht op het dakterras en samen keken ze over de muren van de stad naar een leger Assyriërs, die vast van plan waren Elisa te vermoorden samen met iedereen die hen voor de voeten zou lopen. De knecht stond te knikken op zijn knieën en vroeg Elisa "Wat moeten we doen?". Elisa glimlachte, legde zijn arm over de schouders van zijn knecht, keek samen met hem in de lucht en zei: Je kijkt met verkeerde ogen. Elisa bad God om zijn knechts ogen te openen en daar zag hij het; een leger engelen om de hele stad heen.
Terug naar Jezus op het dakterras. Eén woord, ja, Hij hoefde maar één woord te spreken. Maar dat wilde Hij niet. Hij had ze lief en had niet hun vernietiging, maar hun redding voor ogen. En de rest is geschiedenis.
Wat ik probeer duidelijk te maken: Jezus had ons volmaakt lief, nog vóórdat wij Hem lief hadden.
En dat was fase 1. Nu door naar
Lezen:
--> Johannes 3:16
--> Romeinen 3:21-22
--> Galaten
Dat is hoe het is! Jouw geloof is de sleutel. Niet jouw goede werken.
Ik neem je weer mee, trrug in de tijd: Nu hélemaal naar het begin.
God had de hemel en de aarde geschapen en daarop de Adam en Eva. Adam en Eva mochten leven in de 'hof van Eden'. Zij waren naakt, want alles was volmaakt en zonde bestond niet. In de tuin waren twee bijzondere bomen, die van Leven, en die van kennis van goed en kwaad. God had gezegd niet van die laatste te eten. Maar helaas, de slang kwam langs en ze aten wél. Zoals altijd heeft een verkeerde keus gevolgen en God legde ze uit wat er zou gebeuren. Tegen de slang zei Hij: "Ik zal vijandschap zetten tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en haar nageslacht. Dat zal jou de kop vermorzelen en u zult het de hiel vermorzelen." De eerste profetie van Jezus komst!
Jaren verstreken en daar verscheen Noach en een vloed overspoelde de aarde.
Weer verstreken er jaren en daar verscheen Abraham. Nu, Abraham is een sleutelfiguur. God zei hem zijn vaderhuis te verlaten naar een land dat Hij hem tonen zou en Abraham ging. Daar aangekomen zei God twee dingen tegen hem:
Met jou zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden
en
Jouw nageslacht zal even talrijk zijn als sterren aan de hemel.
En dan staat daar een sleutelvers: Abraham geloofde God en God rekende hem dat tot gerechtigheid.
Even dat woord, gerechtigheid, of gerechtvaardigd; dat betekent:
--> Het is goed tussen God en jou.
--> Er staat niets meer tussen God en jou.
Wat de bijbel ons hier leert, en Paulus legt dit ook uit in zijn brief aan de Romeinen, is dat geloof leidt tot rechtvaardigheid. Het waren niet zijn goede werken en ook niet de wet, want die kwam pas 400 jaar later. En dat is wat ik wil meegeven, jou geloof heeft jou gerechtvaardigd. En goede werken, je houden aan regels en geboden, voegen daar niks aan toe en nemen daar niks van af.
En het wordt nog mooier: Als we heel hoofdstuk 3 van Johannes lezen, het gesprek met Nikodemus, leren we dat we ons geloof ook zorgt dat we een nieuwe schepping zijn, we zijn dan geboren uit God.
"Toen ging jij geloven en een nieuwe, eeuwige schepping werd geboren."
We weten nu dat God jou lief heeft.
En we weten dat je eeuwig leven hebt als je gelooft.
Vanaf de dag dat je je bekeerde, was je opeens een inwoner van het Koninkrijk van God, met Jezus als Koning. En toen schreef Gods Geest Zijn geboden in je hart. En vanaf die dag merkte je dat je om de een of andere reden alle dingen op Jezus' manier wilt doen. Wauw, wat knettermooi allemaal! Je zou dus kunnen zeggen dat onderwijs over Jezus geboden niet nodig is. Toch leert de ervaring dat je in de war gebracht kunt worden. Denk aan mensen om je heen, maar, gek genoeg, ook aan je eigen gedachten.
We hebben zonet gehad over Abraham. Na Abraham kwam Mozes en die introduceerde de wet. De bijbel spreekt over Mozes en de wet als 'het oude verbond'. De Israëlieten hebben eeuwen lang onder dit verbond geleefd. Maar toen kwam Jezus, en dat noemt de bijbel 'het nieuwe verbond'.
Jij leeft nu in dat nieuwe verbond. Bij een nieuw verbond, hoort een nieuw gebod. Op de laatste avond, die Jezus met Zijn discipelen heeft, geeft Hij hen dat nieuwe gebod:
Lezen: Johannes 13:33-35
Daar issie: Heb elkaar lief! Dat is mooi, dat is duidelijk, daar moeten we ons dus voor inzetten! Maar:
Om te kunnen liefhebben, moet je Gods liefde voor jou kennen
We gaan een aantal belangrijke aspecten op een rijtje zetten, ik hoop dat die je dit standpunt duidelijk zullen maken.
1. Liefde is geen gevoel
Om te beginnen is het belangrijk te weten dat liefde geen gevoel is. Toen Jezus bij Pilatus op het dakterras stond, of toen hij aan het kruis hing, had hij geen vlinders in zijn buik. Liefde is een keus. Het gevoel volgt vaak daarna. Maar soms doet het dus ook gewoon pijn, als je kiest lief te hebben.
Je ziet Jezus een keus maken, die Hem alles gekost heeft. En de wetenschap dat Jezus jou zó liefhad, dat Hij Zijn leven voor je overhad, zal je helpen om zelf ook te kiezen een ander lief te hebben, ook als het pijn doet.
2. Liefde blijft
Zoals we hiervoor gezien hebben, was Gods liefde er al voordat jij je bekeerd had. Bedenk dan dat die liefde niet zal verdwijnen na je bekering. Ook niet als je iets fout doet. Ook niet als je iets voor de zoveelste keer fout doet. Gods liefde voor jou kán je niet verliezen. Dat te weten, is belangrijk, omdat je daar dus áltijd op kunt terugvallen. En dat zal je de moed en zekerheid geven om anderen lief te hebben, ook als die liefde niet beantwoord wordt. Afwijzing en onbeantwoorde liefde zijn denk ik ongeveer de moeilijkste dingen in het leven. Als dat gebeurt, wordt je als het ware teruggegooid door die persoon. Maar je valt zacht, in Gods liefde, die je altijd opvangt.
3. Liefde
God kiest dus om van jou te houden, en dat ziet er zo uit:
Lezen 1 Korintiërs 13
De wetenschap en zekerheid dat Hij jou op die manier liefheeft, zal jou de kracht en moed geven om op jouw beurt anderen lief te hebben.
4. De liefdesspiegel
Er is nog een truukje, een die mij geholpen heeft. Ik heb (inmiddels) geleerd dat God alle opdrachten, die Hij mij geeft, zelf volmaakt uitvoert. Ik bedoel dit:
--> Gods Woord leert mij ik mijn vijanden lief moet hebben. Dat mag ik omdraaien: God heeft Zijn vijanden lief.
--> Gods Woord leert mij dat ik de ander moet vergeven. Tot zeven maal zeventig maal. Elke dag. Dat mag ik omdraaien: God vergeeft Mij, altijd en voor alles.